Beleggen: misschien. Eerst nadenken: zeker.
Wie nog maar net is gestart als ondernemer, heeft allicht de info al gekregen over het later uitkeren van dividenden. En de daarbij horende verlaagde roerende voorheffing, uiteraard. Uw winst wordt dus even geparkeerd in de vennootschap, tenzij u die – voor een deel - met de vennootschap gaat beleggen. Maar hoe begint u daar aan? Wat zijn interessante opties? En is het wel fiscaal interessant?
VVPR bis, liquidatiereserve, … Voor u met uw onderneming startte, hoorde u het allicht in Keulen donderen bij het horen van deze begrippen. Maar ondertussen kent u ze allicht wel. U reserveert uw winst in de vennootschap om het er vervolgens na een aantal jaar – afhankelijk van het systeem – aan een voordeliger belastingtarief uit te halen en richting uw privérekening te storten.
Leuk, om zo de rekening van uw vennootschap te zien aantikken maand na maand. Maar u heeft zich ongetwijfeld ook al eens de vraag gesteld of u dat geld niet kan laten opbrengen. Het lijkt alleszins aantrekkelijk. U moet immers niet uw geld eerst naar uw privérekening overbrengen met alle belastinggevolgen van dien, waardoor het (nominaal) bedrag waarmee u kan beleggen hoger is.
Winst betekent belasting
Alleen is er wel een aandachtspunt. Op alle winst die een vennootschap maakt, moet vennootschapsbelasting worden betaald: 20% of 25%, afhankelijk van het tarief voor uw vennootschap. Ook de winst op beleggingen hoort daar bij, net als dividenden. En dat van bij de eerste euro. De vrijstelling op de eerste 830 euro aan dividendinkomsten, die particulieren belastingvrij ontvangen, geldt niet voor vennootschappen.
Een uitzondering is de DBI-Bevek (Dividendbelastinginreking Bevek), waarin meerwaarden en dividenden meestal niet worden belast. Een DBI-Bevek is een beleggingsvehikel, een fonds dat voldoet aan specifieke voorwaarden, zoals een minimale deelneming in de onderliggende bedrijven en een lange beleggingshorizon.
Opgelet, niet te wild
Voor u meteen het gaspedaal indrukt en stevig begint te beleggen, moet u wel voor iets heel hard opletten: zorg ervoor dat uw vennootschap niet ineens wordt gekwalificeerd als financiële vennootschap. Anders misloopt u het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting. En dat zou pas zonde zijn.
Als meer dan 50 procent van de balanswaarde uit financiële activa, zoals aandelen, bestaat, kan dit leiden tot hogere belastingtarieven. Stel, uw vennootschap heeft 50.000 euro gestort kapitaal, belaste reserves en geboekte meerwaarden en u belegt 30.000 euro in aandelen, dan overschrijdt u de grens, wordt u mogelijk als financiële vennootschap gezien en riskeert u dus hogere belastingen.
Maandelijks beleggen
Bezint eer u begint, is ook hier het devies dus. En eens u ermee bent gestart, doe vooral hetzelfde. Een interessante piste is zo het maandelijks beleggen.
Door maandelijks een vast bedrag te investeren, profiteert u van het effect van samengestelde rendementen en de voordelen van gemiddelde aankoopkosten. Dit betekent dat u in periodes met hoge koersen minder aandelen koopt en in periodes met lage koersen meer, wat het proces niet alleen efficiënt, maar ook stressvrij maakt.
Een robotadviseur kan een gemakkelijke, digitale oplossing bieden. Met een online vragenlijst bepaalt u uw risicoprofiel, waarna een algoritme een portefeuille samenstelt en beheert. Vaak bestaat de portefeuille uit trackers (ETF’s), die automatisch in evenwicht worden gebracht. Een andere mogelijkheid is beleggen via fondsenspaarplannen bij banken of brokers, waarmee u maandelijks kunt investeren in een gediversifieerde portefeuille van beleggingsfondsen.
Uw vermogensopbouw
Welke methode het beste bij u past, hangt af van uw doelen, van uw vermogen en uw wil om risico’s te nemen. Investeren met een gerust hart kan gerust, ook vanuit de vennootschap. Maar… u bekijkt maar beter vooraf en op het moment zelf het totaalplaatje. Want uiteindelijk dient het allemaal te passen in het groeiplan van de vennootschap. En in uw plan uiteraard, uw pad om vermogen op te bouwen.
